Ellen's blog

Mijn weg door het leven

Mijn leven met mijn vader

In memoriam,

Samen met alle collega’s uit Haaglanden, onze Korpschef , en in het bijzonder de naaste collega’s van bureau De Heemstraat wil ik graag terugblikken op de enerverende politieloopbaan van onze zeer gewaardeerde collega Gerrit.

Gerrit was geen man die van veel poespas hield. Niet thuis, maar ook niet op z’n werk. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Ik hoor het Gerrit zeggen. Gerrit kwam dan ook niet met grote verhalen thuis, om te vertellen wat hij allemaal wel niet had meegemaakt. Nee, Gerrit was een mensen/mens. Als hij s’avonds thuis kwam, had Gerrit meer persoonlijk aandacht voor zijn gezin en kinderen, dan wat hij zelf allemaal op 1 dag had meegemaakt. Hij cijferde zichzelf daarme eerder weg, dan dat hij met zijn werk op de voorgrond trad.

Maar, laat vandaag voor iedereen 1 ding heel duidelijk zijn; Gerrit was op en top politieman. Een diender pur sang! Gerrit leefde op de eerste plaats voor zijn gezin, maar op een goede tweede plaats toch zeker ook voor zijn werk, waar hij zichtbaar van genoot, maar zijn praktijkervaringen zo heb ik van Marjan gehoord thuis zelden deelde.

Gerrit was zowel privé als in zijn werk sterk sociaal bewogen. Hij wist als wijkagent zijn netwerkpartners sterk aan zich te binden. Dat blijkt ook uit de persoonlijke reacties van medewerkers van bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg (Parnassia) die Gerrit hebben bewonderd voor zijn sociale bewogenheid en persoonlijke band met mensen in nood. Gerrit bood mensen die diep in de put zaten ook daadwerkelijk een helpende hand.

Gerrit kwam na de politieschool op 1 januari 1980 bij de Gemeentepolitie van Leidschendam. Hier kreeg hij de smaak van de wijkzorg al te pakken en werd in 1989 benoemd als wijkagent van Noord-Leidschendam.

Na de vorming van de regiopolitie in 1993/94 kwam hij als brigadier/mentor te werken aan het voormalige Bureau Van der Vennestraat midden in de Schilderswijk. Na het gereedkomen van de nieuwbouw werd dit oude nostalgische bureau een opvangvoorziening van harddrugsgebruikers en verhuisde Gerrit met z’n collega’s naar het nieuwe onderkomen; Bureau De Heemstraat.

Hier begon voor Gerrit misschien wel het mooiste deel van zijn loopbaan. In dit multi-etnische verzorgingsgebied met 125 nationaliteiten en meer dan 200 etniciteiten op twee vierkante kilometer, voelde Gerrit zich als een vis in het water thuis. ‘Never a dullday..’ ofwel altijd werk aan de winkel iets waar Gerrit niet voor wegliep, maar met beide handen aangreep.

Gerrit wist in betrekkelijk korte tijd zich deze probleemwijk eigen te maken. Zo kende hij veel bewoners, had hij contact met horecaondernemers,

balanceerde hij op de rand van de samenleving en wist hij zijn weg te vinden tussen de heroïne-hoertjes, junks en dak- en thuislozen in de wijk. Gerrit voelde zich ook echt betrokken bij deze mensen en hun trieste lot en wilde ze het liefst allemaal persoonlijk uit de shit helpen als het daar op aan kwam.

Zo weten collega’s uit het verleden zich te herinneren dat, ondanks dat het bureaubeleid ook in die tijd volstrekt helder was om junks naar binnen te slepen en te verbaliseren bij overlast, Gerrit zich hier niet altijd aan hield. Eigengereid zoals wij hem kennen, stond hij toe afspraken te maken met junks over hun slaapplaats en keek hij oogluikend toe. Gerrit handhaafde op deze wijze de rechtsorde met zijn menselijk hart en had oog voor de schrijnende toestand waarin junks soms kunnen verkeren.

Wie daarmee denkt dat Gerrit een ‘Softie’ was kwam bedrogen uit. Want in schril contrast met zijn sociale bewogenheid, pakte hij zijn rol als mentor uiterst serieus en strijdbaar op. Zo pakte hij, als voorloper van ons huidige wijkondersteuningsteam (WOT), een leidende rol in het Transvaalteam. Dit team was speciaal opgericht om een einde te maken aan de structurele drugsoverlast, in de probleemwijk Transvaal in de 90-er jaren. Door zoveel mogelijk drugsdealers op te pakken en overlastpanden te sluiten trok hij ten strijde tegen doorgewinterde criminelen. Hij werd voor zijn buitengewone inzet met een gratificatie beloond, door zijn toenmalige bureauchef Frank Paauw, met wie hij op goede voet stond. Zo werd Gerrit bij problemen in de wijk ook door mij regelmatig in vertrouwen genomen om goed zicht en beeld te krijgen over datgene wat er speelde op basis van zijn uitstekende contactnetwerk.

Zo had Gerrit zich in het verleden ook vastgebeten in een zaak, waar sprake was van ernstige geluidsoverlast in de Megabar. Bewoners werden letterlijk en figuurlijk ziek van de overlast die zij ondervonden. Ook al bleef volgens de wettelijke geluidsnormen het geluidsniveau binnen de beperken, Gerrit wist wel beter en liet het er niet bij zitten. Deze ellende voor bewoners zou en moest gestopt worden. Hij zette, de Wet er graag even voor opzij en deed wat hij vond dat hij moest doen. En ik zal niet zeggen dat het de stekkers waren..!

Gerrit ging altijd kalm en rustig te werk, dat straalde hij ook uit naar zijn omgeving. Uit een uitstekende beoordeling opgemaakt door zijn toenmalig ploegchef valt op te maken dat Gerrit zich niet voor een karretje liet spannen. Ook niet als het ging om degene met wie hij het beste voor had. Zijn handelingsperspectief was glashelder: Wat is het probleem, wat is ballast en wat ga jij eraan doen? Hij waakte ervoor de problemen van een ander op te lossen.

De jaren gingen tellen en Gerrit kwam mede vanwege lichamelijke klachten door het sterk onregelmatige werk waaronder nachtdiensten, begin jaren 2000 als wijkagent binnen de wijkzorg terecht. Onder leiding van Chef Wijkzorg kreeg Gerrit een eigen stuk probleemwijk toebedeeld, te weten Schilderswijk-West met de DeDelftselaan. Hier tiert vandaag de dag de misdaad nog steeds welig. Door tand des tijds is dit gebied steeds meer complex geworden. Naast de nodige opsporingssuccessen is de veiligheid in deze wijk nog steeds een wankel evenwicht. Gerrit wist hier het natuurlijke gezag van de politie een menselijke kant te geven. Maar, daarmee was Gerrit geen grijze sokkendrager. Want Gerrit, was vooral Gerrit en voor de duvel niet bang. Zo ging Gerrit er graag alleen op uit en vertrouwde hij het liefst op zichzelf.

Ruim voor het bestaan van het Wijkondersteuningsteam (WOT), trok Gerrit ten strijde tegen de illegale vuurwerkhandel. Hier ging Gerrit werkelijk tot het gaatje om alle illegaliteit in die sfeer uit te bannen. En de buurt wist dit. De vragende reactie van een Haagse Harry die op deze wijze door Gerrit in zijn kladden werd gegrepen spreekt boekdelen: Waar gaan we heen…? De Heemstraat? Shit, nu ben ik echt de l..!

Vlogen met de beruchte Oude & Nieuwjaren, waarbij de wijk in brand stond de zelfgemaakte bommen en granaten om je oren, Gerrit sloeg alle goedbedoelde adviezen om vooral samen de straat op te gaan in de wind en ging er het liefst alleen op uit. Niet dat hij een hekel had aan zijn collega’s, helemaal niet. Maar, waarom zou je? Je hebt er alleen maar last van!

De collega’s die Gerrit goed kennen, weten dat hij zo meer eigenaardigheden had. Gerrit was soms een echte eigenheimer, had zo zijn eigen overtuigingen, was soms moeilijk van zijn standpunt te brengen, een echte Fries. Maar, we zouden Gerrit ernstig tekort doen als we niet zouden onderkennen dat hij in zijn kritiek en opvattingen ook echt punten te pakken had, die ertoe deden. Door zijn enorme betrokkenheid en aandacht voor de goede zaak, had hij over alles nagedacht en zijn mening gevormd. Ook al was dat voor sommigen soms tegen het zere been. Gerrit stond voor zijn mening, en als je daarnaar vroeg kreeg je die ook. Bevalt hij je niet, had er dan ook niet naar gevraagd. Zo simpel zat het leven voor Gerrit in elkaar, maar altijd vanuit de goede intentie en oprechtheid waar hij als diender voor stond met zijn persoonlijke bijdrage onze samenleving veiliger en vooral leefbaarder te maken.

Zo kon Gerrit het ook altijd moeilijk verkroppen als andere partijen in de veiligheidsketen hun verantwoordelijkheid en rol niet oppakken. Gevleugelde uitspraken van Gerrit zijn:

‘Dit kan toch niet!…Er moet toch een mogelijkheid zijn om…’

Gerrit kon zich dan ook enorm druk maken over zaken, waarbij het stoom soms uit zijn oren liep. Stapels zelf gemaakte memo’s en rapportages zijn de afgelopen jaren richting Bestuursdienst van de Gemeente gegaan. De gave van Gerrit was ook dat hij van een mug een enorm olifantstuk kon maken. Waar een ander zou opgeven, ging Gerrit onvermoeibaar verder. Zei je er wat van, moest je Gerrit goed tegenhouden, anders zou hij ontploffen.

Vanuit zijn enorme betrokkenheid en persoonlijke aandacht voor de goede zaak, was Gerrit ook een taaie om om te buigen naar de wijkagent nieuwe stijl. Voor zijn Chef was het dan ook een bijzonder experiment om hem daarin te laten slagen. Het delen van informatie, iets wat toch wel heel cruciaal is voor elke wijkagent, daar dacht hij het zijne over. Want, waarom zou je informatie delen? Er gebeurde toch niets mee!

Maar, het blauwe bloed kroop bij Gerrit waar het niet gaan kon. Zelfs in de laatste fasen van zijn leven. Zo waren wij vlak voor zijn verjaardag met alle KMT leden op bezoek bij Gerrit en kwamen de verhalen los, over het verleden, maar ook het hier & nu. Wat schetst onze verbazing. Ondanks zijn toestand was hij boodschappen doen in het Centrum van Leiden, ziet hij een hem bekende crimineel die hij herkent uit zijn eigen wijk en nog een uitzittende straf te goed had. Hij aarzelt geen moment en neemt direct contact op met z’n collega’s van het inmiddels befaamde Mammoet team om deze kerel zo snel mogelijk op te laten pakken.

Slapen deed Gerrit ’s nachts … en ook al heeft Gerrit nu ook zijn ogen gesloten, wij weten dat hij waakzaam is.

Gerrit, vaarwel mijn …onze blauwe vriend!

Deze speech gaf de toenmalige bureauchef van mijn vader en het staat al jaren op mijn computer. Soms lees ik het terug en dan ben ik echt trots op hem. Jaren geleden heb ik rond zijn ziekte al eerder een blog geschreven over hem tot de dag hij overleed en even daarna. Ik denk dat het toen al hielp om van me af te schrijven. Dat blog is verdwenen van het internet en dat was goed zoals het was. Mijn vader was er niet meer. Het blog had absoluut zijn functie gehad.

Mijn vader was een goede man maar voor ons als dochters ook best pittig. Hij kon ontzettend ontploffen als zijn emmertje over liep. Een echte binnenvetter. Hij nam zijn werk wel mee naar huis, alleen hij praatte er niet over maar ik denk dat hij een boek had kunnen schrijven over alles wat hij heeft gezien en meegemaakt bij de politie. Zijn chef heeft hierboven denk ik maar een klein gedeelte omschreven. Mijn vader was soms een tikkend tijdbommetje en thuis kon hij ontploffen om kleine dingen. Nooit tegen mijn moeder. Maar wel naar ons, zijn dochters. Hij heeft ons nooit geslagen, nou ja een tik op de billen als vooral mijn zus echt stout was. Maar hij kon explosief reageren uit het niets. Dat maakte hem voor mij vaak onvoorspelbaar. Als een donderwolk kon hij soms thuis rondlopen en ik voelde hem haarscherp aan. Toch reageerde hij op juist heel veel dingen niet of juist ontzettend begripvol. Ik herken mijn vader dan ook weer volledig in de speech. Toen wij als gezin op een gegeven moment een hondje, Ryan uit het asiel haalde werd mijn vader rustiger. Hij maakte iedere dag na zijn werk lange wandelingen met de hond en kwam dan zichtbaar rustiger thuis. Ik denk dat hij tijdens deze wandelingen over zijn dag nadacht en deze verwerkte. Mijn vader was altijd ontzettend gek op dieren. Het was altijd een dierentuin bij ons thuis en ik nam van alles mee naar huis als klein meisje. Zieke egels, kleine eendjes, ik had een keer een kauwtje gevonden met afgeknipte vleugels. Mijn vader nam alles in het gezin op of bracht het naar een plaats waar het thuishoorde. s’Ochtends zat hij vaak te kletsen tegen de katten en s’avonds kreeg onze hond, een prakkie, een aai over zijn bol en hij maakte weer een lange wandeling met hem. Ryan werd ook altijd hysterisch van enthousiasme als mijn vader thuis kwam. Mijn vader was een slimme man maar ook een handige man. Toen mijn zus en ik samen een huis kochten stond hij iedere stap tijdens dit proces achter ons en heeft ons nieuwe huisje 3 maanden lang alleen verbouwd. Alles wat hij niet kon dat leerde hij zichzelf en zo was ons huisje na 3 maanden echt een paleisje. Als hij rustiger in zijn vel zat was hij dol hilarisch en haalde altijd wel een rot geintje uit bij ons. Absoluut Weidenaars trekjes. Ook met mijn nichtjes was hij gezellig in de weer als ze op bezoek kwamen. Mijn jongste nichtje kreeg dan een magnum en hij kon komisch naar haar kijken hoe ze deze opat op 1 of 2 jarige leeftijd. Dat haar hele gezicht onder de chocolade zat was nog het allerleukste natuurlijk. De vakanties waren altijd geweldig. Hij was ontspannen, grappig en lekker baldadig. Scheerde zijn snor af. Lekker een biertje drinken met mijn neven en een middelvinger naar de foto. Hij hield van bergen muziek U2, Queen, Pink Floyd, Toto, Chigago. The Rolling Stones, The Beatles en toen wij later luisterde naar Bon Jovi, Guns and Roses en weet ik veel wat voor muziek nog meer nam hij dat gewoon over. Maar ook klassieke muziek, Andre Rieu, Andre Hazes kwamen voorbij. Op een vrije dag kon hij de hele dag in de keuken staan om te koken. Als hij zich terug trok zat hij met een koptelefoon op zijn hoofd en je hoorde hem de hele avond niet meer. Lekker met z’n biertje achter de computer zijn frustratie te weg te luisteren. Hij heeft menig vriendje van ons bijna letterlijk weggejaagd maar vriendinnen van ons waren welkom en die nam hij graag in de zeik. Hij reageerde nooit boos als ik weer is met de politieauto van collega’s werd thuisgebracht omdat ik weer is op straat stond te hangen na het stappen. “Weidenaar stap maar in we brengen je wel ff thuis’. Als we weer is te lang onder de douche stonden en hij moest werken kregen we een emmertje koud water over onze voeten en als ik weer een gil hoorde van 1 van mijn zussen uit de douche dan hadden we inderdaad te lang staan douchen.

Ik ben in 2002 zelf bij de politie gegaan Ik hoopte dat ik op die manier een ander soort contact met hem zou krijgen. Hij steunde me maar had er ergens moeite mee denk ik. Niet dat hij het niet leuk vond voor mij maar meer dat hij me liever beschermde tegen alle ellende die op mijn pad zou komen en hij misschien al wel wist dat er niet tegen opgewassen was. Ik ben niet net als hem in Haaglanden gaan werken maar in Hollands-Midden. Dat was op zijn advies. ‘Hou afstand tussen werk en je leefomgeving’. Ik heb soms avonden uitleg gekregen van hem over wetgeving en over zijn werkervaring binnen de politie. Hij was een goede leermeester. Ergens in 2004 heb ik ontslag genomen van de opleiding. Ik kon niet aarden. Ik had net een gesprek gehad met mijn trajectbegeleider en had mijn dienstwapen ingeleverd. Ik was diep ongelukkig. Ik heb mijn vader direct vanuit het politiebureau waar ik toen werkte gebeld. ‘Pap ik heb ontslag genomen’. Ik had geen idee hoe hij zou reageren. ‘Het is goed meisje, kom maar gauw naar huis’. En daar zat hij al bij mij thuis om te luisteren naar mijn verhaal.

De politie zelf wilde mij niet helemaal kwijt. Ik was goed in hulpverlening en de opvang van mensen die aangifte kwamen doen. Dit heb ik een tijd gedaan maar op een gegeven moment werd er binnen het bureau waar ik toen werkte het een en ander veranderd en moesten er mensen uit. Mij werd gevraagd of ik wilde solliciteren als centralist op de meldkamer van Hollands-Midden. 6 weken lang in opleiding . Na die weken draaide ik als centralist mee terwijl mijn coach mee keek en mij aanwijzingen gaf. Ik had diep respect voor mijn collega’s die dit werk al veel langen deden. Wat waren ze kundig en kalm. Ikzelf werd vaak omver geblazen door de 112 meldingen die binnen kwamen. Ik vond de verantwoordelijkheid om alle informatie goed over te brengen aan mij collega, die op zijn beurt weer de agenten op straat aanstuurde, enorm. Nee ook dit ging hem niet worden. In 2005 heb ik definitief ontslag genomen bij de politie. Toch ben ik ontzettend dankbaar voor deze ervaring. Ik heb veel geleerd en gezien. De opleiding was een enorme uitdaging. Ik heb meegedraaid met de recherche, met arrestantenzorg, met de technische recherche, Ik heb de BROA, oftewel de rijdopleiding volledig doorlopen op het circuit maar ook in de binnenstad van Rotterdam. We zijn als klas gaan kijken in het mortuarium van van het Leyenburg ziekenhuis als ik het me goed kan herinneren. Hier moesten we aan wennen want we we zouden het nog veel tegenkomen in ons werk. Op het moment dat wij daar waren waren de mensen van het mortuarium net bezig met de reconstructie van een man zijn hoofd die van een flat was gesprongen. Het vel van zijn hoofd lag net over zijn gezicht en zo zagen wij de inhoud van zijn hoofd en wat voor schade zo’n klap geeft. Ook weer diep respect voor de mensen die dit werk met heel veel respect doen. Ook kwam ik tijdens schietvaardigheid oude foto’s en filmpjes van ME optreden tegen die voor trainings en opleidingsdoeleinden werden gebruikt. Ik was onder de indruk van een filmpje of foto over een ME optreden in 1984. De agent die vooraan stond trok als een van de eerste zijn wapen omdat hij en zijn collega’s zo in het nauw gedreven waren. Thuis hoorde ik dat dat mijn vader was. Ik ben op zoek gegaan op het internet en heb foto’s gevonden die mijn moeder nog nooit gezien heeft. Gek om je eigen vader te herkennen op een foto van 34 jaar geleden. En nee hij was voor de duvel niet bang, maar volgens mijn moeder had deze dag wel degelijk indruk gemaakt. Ik heb kennis gemaakt met zijn wereld. Een paar jaar maar. Ik liet het achter me met een rugzak vol ervaring en meer respect voor hem.

Toen ik in 2006 voor het eerst zwanger raakte vond hij dat geweldig maar helaas kreeg ik een miskraam. Ik weet nog dat we naar het Westeinde ziekenhuis reden en hij tegen mij in de auto zei: ‘Ja El shit happens’. Misschien voor een ander heel bot maar mij hielp het te relativeren en het was zijn manier om mij te troosten.

Toen mijn zus en later ik samen zwanger raakte en dit goed bleef gaan was hij dolenthousiast, KLEINKINDEREN!!!!!! Nog meer wezens om lekker te plagen! Toen ik tegen het einde van mijn zwangerschap opgenomen werd in het Westeinde ziekenhuis vanwege een te hoge bloeddruk, kwam hij onder werktijd even aan mijn bed zitten. Zijn wijk lag aan het ziekenhuis dus zo kwam hij in zijn uniform langs om te kijken hoe het met mij ging.

We zijn tot op het bot verwend met babyspulletjes en de uitdrukking op zijn gezicht was ‘priceless’ bij het zien van zijn kleinzoon en kleindochter die 6 weken na elkaar geboren zijn. Hij had een grote spaarpot in de vorm van een koe en al zijn 1 en 2 euromunten gingen in die koe zodat hij de heerlijke sinterklaas kon uithangen op 5 december. 4 jaar lang heeft hij samen met mijn moeder iedere donderdag op zijn kleinkinderen gepast. Toen in 2009 mijn andere neefje geboren werd was het feest compleet. Met hem at hij regelmatig dropjes onder een dekentje op de bank. Hem zo te zien met onze kinderen was geweldig. Hij was een geweldige opa. Dat was zijn andere gezicht. Zijn echte gezicht.

Met dat andere gezicht heb ik geworsteld. Ik ben lang boos geweest op hem waarom hij zo kon ontploffen. Dat heb ik echt moeten verwerken. Ik snapte er geen fluit van maar hij waarschijnlijk ook niet. Toen hij uit mijn leven verdween raakte ik echt even in een identiteitscrisis. Zijn sterke aanwezigheid en duidelijke mening had veel invloed op mijn leven. Toen dat wegviel was ik mezelf even kwijt. Ik moest volwassen worden en dat ben ik met behulp van therapie waar ik al inzat vanwege een postnatale depressie, geworden. De dag voor hij in het ziekenhuis terecht kwam en we nog geen idee hadden dat hij toen al heel ziek was hebben we de grootste confrontatie gehad met elkaar die we ooit  gehad hadden. Mijn vader was voor de duvel niet bang maar ik ook niet meer. Ik spuugde vuur naar hem. Ik zal dat gezicht van hem nooit vergeten. ‘ he he eindelijk’. Zo keek hij me aan. Ik gaf eindelijk tegenspel en hij was er blij om. De volgende dag belde mijn moeder dat het niet goed met hem ging en zo gingen we zijn laatste half jaar tegemoet. We hebben het op de eerste hulp gelijk uitgesproken gelukkig. Mijn laatste half jaar met hem werkte helend voor mij, toch ben ik lang na zijn dood nog vaak boos geweest. Ik was bang dat ik hetzelfde zou kunnen reageren op mijn dochter zoals hij dat kon doen op ons. Hij kon ontploffen maar dat kon ik ook! Ik heb menig vechtpartijtje achter de rug op de lagere school, tijdens het uitgaans leven en op het voetbalveld. Explosieve kracht, van niets naar alles. Gelukkig heb ik van die vechtpartijtjes allang geen last meer. Maar ik begreep niet waarom hij zo kon reageren en als kind zag ik dat persoonlijk en dus als een afwijzing.

Nu ik zoveel jaar verder ben en zelf het een en ander heb meegemaakt weet ik dat het nooit persoonlijk was of een afwijzing was. Als je zoveel meemaakt zoals hij en je verwerkt het niet dan blijf je dat meedragen. Misschien was er sprake van posttraumatisch stress. Het was een andere tijd. Er werd veel minder stil gestaan wat ervaringen konden doen met mensen bij de politie. Tegenwoordig heb je daar gelukkig hele teams voor. Maar toch het is soms zoveel meer dan je kan dragen. Soms denk ik wel is dat mijn vader letterlijk ziek is geworden door alle onverwerkte ellende. Nu ik zelf heb gezien wat een schokkende gebeurtenis met mijn leven kan doen, begrijp ik hem meer. Bij hem was het behalve ook mooie dingen en heel veel lol die hij en zijn collega’s onderling hadden, schokkende gebeurtenis op schokkende gebeurtenis wat al algauw ‘normaal’ wordt bij de politie.

Toen ik in 2009 via de huisarts terecht kwam bij een psychiatrisch verpleegkundige die aan de praktijk aangesloten zat en ik hem vertelde over mijn worsteling met mijn vader was hij resoluut: ‘Jouw vader heeft zijn best gedaan, ja hij heeft fouten gemaakt maar je bent nu volwassen en het is aan jouw wat je ermee doet’. Duidelijk.

Alles wat ik het afgelopen jaar heb meegemaakt haalt het verdriet om mijn vader weer omhoog. Logisch zoals de maatschappelijk werkster tegen mij zei. Verdriet haal ander verdriet omhoog. Maar ik ben nu in staat om er anders naar te kijken en dat waarvan ik vind dat ik te lang boos over ben geweest los te laten. Ik kan me nu als volwassen vrouw van 36, met 3 kinderen en een huis vol huisdieren veel beter in hem verplaatsen. Ook ik reageerde het afgelopen jaar soms onvoorspelbaar op mijn kinderen en ook ik liep regelmatig als een donderwolk door het huis. Niet leuk maar ook logisch wat mij geleerd wordt in therapie. Ook een reden waarom ik het nu opschrijf. Voor mijn kinderen. Ik zei van de week tegen de psycholoog. Had ik dit allemaal maar geweten toen mijn vader nog leefde. Vergeven is belangrijk, maar voor mij was daar wat levenservaring voor nodig. Mijn zussen en ik hebben hem trouwens allemaal anders ervaren. Mijn zus leidde al vroeg haar eigen leven maar ze heeft de weg wel vrij gemaakt voor ons, jongeren zussen. Mijn kleine zus gaf meer tegenspel. Ze is 5 jaar jonger dan mij en mijn vader noemde haar altijd zijn ‘mug’. Als ik, mijn zus, moeder en tante weer is een dagje weggingen dan nam hij haar altijd mee voor een dagje uit en een Mac. Ik was altijd teveel onder de indruk van hem, mijn zusje minder en dat kon hij wel waarderen. Het is dan ook een persoonlijk blog die puur en alleen voor mezelf spreekt. Ja hij was soms niet makkelijk maar we hebben altijd alles gekregen qua liefde, wat mijn vader niet kon geven gaf mijn moeder. Ik ben wel echt een moederskind.

Mijn ouders hadden een heel mooi en liefdevol huwelijk. Tuurlijk was er wel is ruzie maar dat duurde nooit lang. We hebben hun zien groeien in hun relatie met ups en downs maar altijd sterk samen. Mijn vader ontdooide altijd bij mijn moeder. Ze was altijd lief en warm voor hem. Mijn vader moest mijn moeder altijd knuffelen en haar altijd een beetje in de zeik nemen. Mijn moeder moest daar altijd heel hard om lachen. En wij, rolde weer met ons ogen. Gaan ze weer hoor Jut en Jul. Ik heb mijn vader klaar zien staan voor mijn moeder in moeilijke tijden en ik heb mijn moeder tot hij in haar armen overleed voor hem zien zorgen en hem alle liefde zien geven die ze in zich had.

Een tijdje voor mijn opa, de vader van mijn vader overleed in 2007. Stuurde hij ‘de meisjes Weidenaar’ een enveloppe met oude foto’s van mijn vader. Op 1 van die foto’s is mijn vader als hele jonge jongen een kastje aan het maken op de technische school. Na mijn vaders overlijden in 2011 ging ik langs bij mijn oom, het middelste broertje van mijn vader. ‘El ik heb nog wat voor je staan van je vader’. En zo kreeg ik dat kastje wat al die jaren bij mijn oom gestaan had en waarmee mijn vader op de foto stond toen hij deze aan het maken was. Het staat ondertussen alweer jaren in mijn salon. Met de foto erboven op. Bijzonder hoe sommige dingen bij elkaar zijn gekomen na zijn dood.

Tijdens de crematie hebben mijn moeder, zussen en ik alle vier muziek uitgekozen die ons aan hem doet denken. Voor mij was dat ‘stop loving you’ van Toto. Ik krijg altijd kippenvel als dit liedje onverwacht voorbij komt. Ze zeggen wel is dat een overledene op die manier laat weten dat hij er is en zo voelt het voor mij ook. Toen ik een aantal weken geleden met mijn moeder in de auto zat en we het over het blog hadden en ik twijfelde of ik wel zoveel openheid moest geven en er überhaupt goed aan deed om het te doen kwam hij voorbij. ‘Nou El volgens mij vind papa van wel’. We waren er echt even stil van. Soms op moeilijke momenten in mijn leven en ik het even niet meer weet, schiet een beeld van zijn gezicht voorbij in mijn hoofd. Altijd met een grijns die ik ken van hem maar ook met een bemoedigende en geruststellende blik. Nog steeds krachtig als hij was maar veel dichter bij zichzelf. Ze zijn echt niet weg als ze overlijden, de mensen waar we van houden. Ze zijn misschien wel dichterbij dan ooit tevoren. Hij heeft mijn 2 jongste kinderen nooit gekend, hij heeft mijn huwelijk fysiek niet mee gemaakt maar hij was er wel en hij is er nog steeds als ik hem nodig heb. Soms voel ik me dan ineens rustiger worden en gerustgesteld alsof hij naast me staat.

Deze beiden bloggen schrijven over mijn ouders geeft mezelf inzicht en werkt helend. Ik ben ontzettend trots op hun beide wat ze met hun hart hebben bijgedragen aan de maatschappij. Ontzettend betrokken en geraakt door mensen in nood en mensen en dieren die kwetsbaar zijn. Ze hebben ieder op een eigen manier hele waardevolle lessen meegegeven aan ons en hebben bijgedragen aan de mensen die mijn zussen en ik nu zijn. Nee mijn ambitie ligt niet in veel geld verdienen en veel materie opbouwen, want ook dat deed wat met me toen ik na mijn vaders overlijden zijn verzamelde spullen in huis zag liggen. Nee je neemt het echt niet mee als je gaat. Maar dat je aan jezelf werkt in de zin van persoonlijke groei, het kunnen inleven en begrip kunnen hebben voor een ander en dat je iets kan bijdragen aan een betere wereld, dat je fouten mag maken en dat je echt jezelf durft te zijn vind ik van veel grotere waarde. Mijn ouders, ik ben een onderdeel van hun en daar ben ik ontzettend trots op.

 

 

 

 

 

 

 

« »

© 2024 Ellen's blog. Thema door Anders Norén.